Op 10 juli 2003 (B.S. 2 september 2003) werd het gewestelijk RUP Afbakening Regionaalstedelijk Gebied goedgekeurd. In dit RUP werd o.a. het woonuitbreidingsgebied aan de Immerzeeldreef tot stedelijk woongebied bestemd. Het stedelijk woongebied Immerzeeldreef te Aalst situeert zich net buiten het stadscentrum en dit langs één van de belangrijkste invalswegen naar de stad, de Brusselsesteenweg (N9). Het noordelijk deel van het plangebied – ten noorden van de Affligemdreef – ligt buiten het stedelijk woongebied Immerzeeldreef en ligt deels in agrarisch gebied volgens het gewestplan. Dit agrarisch gebied is opgenomen als reservegebied voor wonen in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan en is niet op korte termijn te ontwikkelen.
Het realiseren van gemengde stedelijke wijken als complete en leefbare woonomgevingen is in het stedelijk woongebied gewenst.

Met het oog op het realiseren van een strategisch voorbeeldproject, staat een kwalitatieve en duurzame ontwikkeling voorop. Naast het ontwikkelen van nieuwe woonprojecten, zijn het behoud van open ruimteverbindingen, het voorzien van strategische publieke ruimtes en pleinen op wijkniveau, het versterken van het randstedelijk groengebied Zomergembeek, het respecteren van bestaande landschappelijke waarden, het vergroten van het waterbergend vermogen van de aanwezige waterlopen alsook het maximaal van bebouwing vrijwaren van de lager gelegen valleigebieden, enkele spelregels. De nieuwe ontwikkelingen dienen goed ingepast te worden in de omgeving.

De stad Aalst beschikt over te weinig diversiteit aan stedelijke woonomgevingen. De stad wil die verscheidenheid versterken door de identiteit van elke bestaande en nieuwe woonomgeving door middel van een heldere en herkenbare ruimtelijke inrichting vorm te geven. Strategische ingrepen binnen de woonomgevingen gebeuren in functie van de diversiteit in het woningaanbod.
Met de nieuwe te ontwikkelen woongebieden wil de stad zich vooral richten op die groepen die vandaag de stad ontvluchten, met name beter gegoede en sociale middengroepen en jonge gezinnen met kinderen.

De opdracht betreft de opmaak van een globaal inrichtingsplan, voorafgegaan door een beeldkwaliteitsplan dat een goede onderbouwing moet geven voor de ruimtelijke keuzes (typologieën, densiteiten, (openbare) groene ruimte,..) die dan in het inrichtingsplan zullen worden opgenomen. De belangrijkste functie van het beeldkwaliteitsplan is die van toetsingskader voor de kwaliteit van nieuwe ontwikkelingen. Vanuit het beeldkwaliteitsplan ontstaat een wensbeeld en de hieruit voortvloeiende randvoorwaarden leiden tot een aantal gewenste karakteristieken die zowel tekstueel als met impressies worden uitgewerkt. Het inrichtingsplan dient de nieuwe ontwikkelingen met een hoge graad van detaillering vast te leggen.

Het multidisciplinair ontwerpteam zal voldoende affiniteit moeten aantonen met inrichting van publieke ruimte en eigentijdse architectuur in een duurzaam kader en zal bereid moeten zijn tot een open, intensieve communicatie met de omwonenden/bevolking.

Na de oplevering van het globaal inrichtingplan met beeldkwaliteitsplannen kan de stad er toe besluiten om het geheel dan wel een deel van de opdrachten voor de uitvoering ervan naar een RUP en/ of ontwerpplannen voor de inrichting van de publieke ruimte, al dan niet te gunnen aan het ontwerpteam dat het globaal inrichtingsplan met beeldkwaliteitsplannen heeft opgemaakt. Met een RUP wordt de beoogde kwaliteit juridisch vastgelegd en op het terrein effectief gerealiseerd.

- opmaak beeldkwaliteitsplan en globaal inrichtingsplan: maximum 120 000,- EUR (incl. btw)
- opmaak RUP('s) facultatief: maximum 80 000,-EUR (incl. btw)
- opmaak ontwerpplannen facultatief: KVIV-tarieven