Vijf pilootprojecten Terug in Omloop geselecteerd

Eind 2015 werd de oproep “Pilootprojecten Terug in Omloop” gelanceerd. Deze oproep zocht naar ambitieuze projecten die onderbenutte terreinen opnieuw in omloop willen brengen vanuit het perspectief van de circulaire economie. Het opzet is daarbij te komen tot een geïntegreerde stedelijke ontwikkeling die past binnen de ambities van de Vlaamse overheid om volop in te zetten op de transitieprincipes. Sommige projecten situeren zich op de kleine schaal van een gebouw of buurt terwijl andere voor een veel complexere uitdaging staan op stadswijk- of stadsdeelniveau.

Uit acht kandidaturen, selecteerde de stuurgroep vijf Pilootprojecten Terug in Omloop: De Havenlaan van Stad Vilvoorde, CTC3 van de gemeente Houthalen-Helchteren, De Lage Weg van Stad Antwerpen, Permabouwen van de VZW Timelab uit Gent en circulair laboratorium de Potterij van de OVAM uit Mechelen. Deze vijf laureaten krijgen nu een begeleidingstraject op maat met een projectregisseur, een team voor ontwerpend onderzoek en de nodige deskundigen.

Terug in Omloop?

De Pilootprojecten Terug in Omloop zijn het resultaat van een samenwerking tussen Vlaams minister van Omgeving, Nattur en Landbouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport Philippe Muyters, viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding Liesbeth Homans, de OVAM, het Team Vlaams Bouwmeester, Ruimte Vlaanderen, het Vlaamse Stedenbeleid en het Agentschap Innoveren & Ondernemen.

De Pilootprojecten zijn een instrument om nieuwe inzichten te verwerven over de aanpak van de ruimtelijk-maatschappelijke uitdagingen van vandaag. De projecten combineren onderzoek en opbouw van praktische, toegepaste praktijkkennis.

Verontreinigde terreinen zijn vaak  ‘blinde vlekken’ in en rond stedelijke gebieden. Nochtans bieden ze vaak opportuniteiten voor stedelijke en economische ontwikkeling. De Pilootprojecten ‘Terug in Omloop’ willen de koppeling maken tussen stedelijke transformaties, economische transitie, met een klemtoon op activiteiten in de circulaire economie, en geïntegreerde bodemsanering. Een aanpak die bewust bouwt aan de stad van morgen.

De ruimtelijke druk in Vlaanderen is groot en de vraag om open ruimte aan te snijden zal wellicht nog toenemen in de toekomst. Hiertegenover staat de ambitie van Vlaanderen om in de toekomst het bijkomende ruimtebeslag te beperken. We moeten dus op zoek naar nieuwe manieren om de schaarse beschikbare ruimte optimaal in te zetten om nieuwe initiatieven alle kansen te geven. Het terug in omloop brengen van onderbenutte en verontreinigde terreinen is vanuit het concept van zorgvuldig ruimtegebruik een logisch gegeven.

Die nieuwe, herwonnen ruimte moet als het even kan een broeinest worden van nieuwe economische activiteiten, in het hart van de stad of haar agglomeratie. De nieuwe economie wordt een circulaire economie, met een zuinige, slim georganiseerde en innovatieve maakindustrie. Zowel Vlaanderen als Europa zetten volop in op deze nieuwe vorm van ondernemen.

De uitdaging om die verschillende maatschappelijke uitdagingen geïntegreerd aan te pakken is uiteraard zeer groot. Daarom is ook samenwerking tussen verschillende overheden, bevoegdheden en sectoren cruciaal.

Vijf pilootprojecten

Een traject pilootprojecten bestaat doorgaans uit 5 voorbeeldige projecten, wat het geheel overzichtelijk, scherp en wendbaar maakt. Het beperkt aantal projecten wil bewust het belang onderstrepen van een realisatietraject op korte termijn. Op de call naar projecten werd gereageerd door acht partijen die een voorstel indienden.

Door de stuurgroep werd een selectie gemaakt van 5 projecten.

De keuze van deze vijf projecten resulteert in een mooi scala aan voorbeeldprojecten voor het opnieuw activeren van onderbenutte terreinen vanuit het perspectief van de circulaire economie en met het opzet om te komen tot een geïntegreerde stedelijke ontwikkeling.

De projecten hebben allemaal een duidelijke ambitie en zijn zeer duidelijk opgezet. In elk van deze projecten zal ontwerpend onderzoek een meerwaarde kunnen betekenen.

Timelab vzw, Gent - Permabouwen

Timelab is een Gents stadslabo dat de lokale maakindustrie ondersteunt door het aanbieden van een open werkplek voor prototyping en samenwerkingsmodellen.

De nood aan een grotere plek voor het stadslabo is voelbaar. Na 6 jaar is er een groot draagvlak ontstaan voor het consolideren van de makersplek. De huidige werking wordt bovendien uitgebreid met aansluitend aan het open lab ook meer afsluitbare ateliers en meer gemene delen voor uitwisseling tussen verschillende actoren.

Het project zal een labo zijn in de pure zin van het woord, een experimenteerplek voor innovatieve circulaire bouwconcepten, veranderingsgericht en flexibel bouwen, trage sanering. Op een inzichtelijke manier zullen systemen van materiaal- en energiekringlopen getoond worden aan een breed publiek. Het participatief project zal een kruispunt zijn van cultuur, natuur en industrie waar verschillende actoren, omwonenden en makers met elkaar in dialoog kunnen gaan.

Gemeente Houthalen-Helchteren - CTC3 = [Clean Tech Campus + Closing The Circle + Cradle To Cradle]

De stopzetting van de steenkoolwinning in 1968 had een zware impact op de gemeente Houthalen-Helchteren door de afhankelijkheid ervan op sociaal, cultureel en economisch vlak. De bouw van de verbrandingsoven Bionerga en de inrichting van het REMO-stort, zorgde voor een aantrek van bedrijven in de afvalsector. Dit had een negatieve impact op het imago van de gemeente.

Stilaan groeide de ambitie om de verwerking van afval om te buigen tot een positief en innovatief verhaal. In 2006 koos het gemeentebestuur resoluut voor duurzame ontwikkeling en cleantech. De gemeente Houthalen-Helchteren is erin geslaagd met de goedkeuring van een gemeentelijk RUP in 2012 een canvas te creëren waarop er optimaal kan ingezet worden op verweving van verschillende functies en nam door het bouwen van het eigen administratief centrum reeds het voortouw in duurzaam bouwen.

Het doortrekken van de CTC3 principes op het bedrijventerrein Centrum-Zuid en verder in te zetten op de transformatie van het gebied richting CleanTech is inspirerend.

Dit ambitieuze project zet heel sterk in op het sluiten van kringlopen en weet het, vaak negatieve, discours rond afval in te zetten als een krachtig verhaal. Verder biedt dit project ook uitstekende kansen om verder te experimenteren met een doorgedreven verweving van functies.

Stad Antwerpen en partners - Lage Weg, Hoboken, een strategische verankering van de maakindustrie in het stedelijk weefsel

Het projectgebied Lageweg is prototypisch voor meerdere situaties rondom verschillende Vlaamse steden. In de voorstad van Antwerpen is er niet naar een af-moment toegewerkt, wat enerzijds een chaotisch totaalbeeld oplevert, maar anderzijds ook een omgeving met veel instabiliteit en dus herontwikkelingscapaciteit. Het is een gemengd gebied (zowel in gebruik als morfologisch) met een complexe eigendomsstructuur en een perceelsoverschrijdende verontreiniging. De Lageweg wordt sinds enkel decennia het ‘lelijke eendje’  aan de entree van Hoboken genoemd.

De stad Antwerpen wenst via een nauwe samenwerking met de eigenaren na te gaan hoe een financieel gezond project ook een ruimtelijk kwalitatief en maatschappelijk relevant project kan zijn. Het gebied moet opnieuw een levend stadsdeel worden zonder de huidige bedrijven te verdringen.

Een eerste conclusie is dat de onbenutte potentie (verlaten terreinen en/of leegstaande gebouwen) van het projectgebied tijdelijk gebruikt kan worden. Tijdelijk gebruik in al dan niet zonevreemde bestemming functioneert als hefboom voor de transitie van het gebied en verbetert de gebruiks-, belevings- en omgevingswaarde. Tijdelijke invullingen kunnen een interessant platform bieden om alle betrokken actoren van bij de prille start nauw te betrekken bij het project en hun engagement doorheen de volledige realisatieperiode te garanderen.

Het project heeft de ambitie om heel veel aspecten te verknopen. Zo wordt er gestreefd naar de ontwikkeling van een gemengde site en wordt de koppeling met onderwijs en opleiding gezocht. De hoge jeugdwerkloosheid en laaggeschooldheid in de omgeving (Kiel en Hoboken Noord) zijn significant. Op de Lageweg en in de omgeving zitten verschillende bedrijven vlakbij een aantal onderwijsinstellingen. De koppeling tussen beide kan een multiplicator effect hebben. De overheid stelt zich kwetsbaar op en zet in op een collectief opdrachthouderschap waarbij via een coalitie-dynamiek een co-creatie proces wordt opgestart.  Tijdelijke invulling zorgt voor de versnelling van de transitie van het gebied en zo een hefboom zijn voor stadsvernieuwing.

Stad Vilvoorde - Havenlaan

De stad Vilvoorde zet al verscheidene jaren in op de herwaardering van de zone langs het kanaal (Watersite). Watersite maakt deel uit van het reconversiegebied Vilvoorde - Machelen (250 hectare), in is door Vlaanderen erkend als strategisch project. De ligging vlakbij Brussel maakt deze terreinen ruimtelijk interessant. Verschillende percelen, sommige nog met oorspronkelijk industrieel patrimonium zijn vaak onderbenut, hetzij door bodemvervuiling of door complexe eigendomssituaties.

De herwaardering van het gebied rond de Havenstraat is een bijzondere uitdaging.

Sommige panden in deze straat staan leeg of herbergen activiteiten storend voor de omgeving. De loods Focquet, een indrukwekkende loods midden in het gebied met veel ruimtelijke mogelijkheden maar belast met een zware bodemvervuilingsproblematiek is cruciaal voor de herwaardering van het gebied. De ligging, grenzend aan het stadscentrum, midden in het hart van de volkswijk en uitkijkend op de nieuwe ontwikkelingen langs het kanaal werkt verbindend en een sterke publieke functie kan hier bijdragen aan de revitalisering van de hele buurt. In 2014 is het bedrijf Focquet verhuisd en sindsdien wordt de loods niet meer gebruikt. Het herdenken van de loodstypologie als potentiële publieke (binnen)ruimte biedt mogelijkheden naar herhaling op verschillende plaatsen in Vlaanderen.

Ook de gewenste ruimtelijke ontwikkeling die oog heeft voor de bestaande socio- economische context (verwevenheid, sociale samenhang, hergebruik van bestaand patrimonium, aanvullen van bouwblokken,...) en niet uitgaat van tabula rasa van een moeilijke typologische bebouwde omgeving (grote loodsen, die vaak als blinde dozen worden ervaren) biedt kansen om een echt pilootproject met voorbeeldfunctie op te zetten. 

OVAM - de Potterij, circulair laboratorium

De Potterij is een project dat een klein, maar zeer goed gelegen pand in het centrum van Mechelen kan doen herleven. Dat pand staat vandaag leeg en is verwaarloosd. De bodem en het grondwater zijn ernstig verontreinigd en de bodemsanering zal nog jaren in beslag nemen. Daarom wil men de sanering zoveel mogelijk afstemmen op de herbestemming van het pand. Het startpunt is het geven van een tijdelijke functie aan het pand.

De sanering wordt ambtshalve door de OVAM uitgevoerd en gefinancierd. De saneringskost overstijgt sterk de waarde van het terrein. Daarom is een invulling met hoge maatschappelijke return-on-investment zeer belangrijk. Het doel: een circulair laboratorium, waar denkers en makers elkaar kunnen ontmoeten. Waar kleinschalige productie ruimte krijgt in de stad. Er wordt vooral op jonge, innovatieve ondernemers met een eigenzinnige kijk op circulaire economie gemikt.

Er worden ook raakvlakken met andere thema’s, zoals ecologie, stadslandbouw, onderwijs, buurt en cultuur en kennisontwikkeling, gezocht. Het pand moet ook dienst gaan doen als een uitvalsbasis en demoruimte voor de activiteiten van de OVAM en Plan C.

Dit project is een piloot voor veranderingsgericht en materiaalbewust bouwen en multifunctioneel ruimtegebruik. Er zullen bovendien innovatieve financiële modellen uitgewerkt worden om verwaarloosde panden te activeren, waardoor de inspanningen die geleverd worden voor dit terrein ook voor andere gelijkaardige sites een inspiratie kunnen zijn.

Circulaire economie krijgt een duidelijke invulling en ankerplaats binnen de stad, zowel voor mensen die er dagdagelijks mee bezig zijn als voor mensen voor wie dit nog een abstract begrip is.