Congres en dossier rond infrastructuur: ‘Pleidooi voor een geïntegreerde aanpak’

Verhitte discussies

Infrastructuur maakt een wezenlijk deel uit van het werkveld van Vlaams Bouwmeester en zijn team. Naar analogie met de 'cel scholenbouw' en de 'kunstcel' werd daarom een cel rond dit thema uitgebouwd. De voorbije jaren werd die meer en meer betrokken bij structuurbepalende opdrachten in Vlaanderen. Een belangrijke doelstelling van het congres was om, aan de hand van enkele van deze projecten, de visie en aanpak van Vlaams Bouwmeester voor te stellen.

 

Centraal stond een pleidooi voor een geïntegreerde aanpak van infrastructuur. Anno 2010 is dat immers een 'hot topic': een aantal grote Vlaamse projecten waren de afgelopen tijd het onderwerp van verhitte discussies. Veelal lag de kern van de problemen bij de creatie van een zo breed mogelijk draagvlak. De conclusie die daaruit voortvloeit, is dat men infrastructuur niet langer louter technisch en functioneel mag bekijken. De kwaliteit van een ontwerp hangt immers samen met de inbedding ervan in de omgeving. Daarnaast is het ook belangrijker dan ooit om oog te hebben voor duurzame en maatschappelijke verantwoorde aspecten. De inpassing van infrastructuur in haar context vraagt met andere woorden telkens om maatwerk en een originele visie.

De context als leidraad

Het dossier 'Infrastructuur in context' bundelt de ideeën en projecten die op het congres werden naar voor gebracht. (voor bestelgegevens zie onderaan dit artikel). Voor wie er niet bij kon zijn, geven we een overzicht van de belangrijkste punten die op 25 februari aan bod kwamen.

 

Na de verwelkoming door Vlaams minister van Openbare Werken Hilde Crevits , leidde Vlaams Bouwmeester Marcel Smets het thema van het symposium in.:  "Infrastructuur in context". Een goed ontwerp maakt inherent deel uit van de publieke ruimte.

 

Die geïntegreerde aanpak werd geïllustreerd aan de hand van enkele projecten, die tot stand kwamen met advies en ondersteuning van de Vlaams Bouwmeester.

  

Een daarvan was de verhoging van de bruggen op het Albertkanaal, waarbij 23 bruggen worden herbouwd met het oog op een onderdoorvaarthoogte van 9,10 meter. De voorstellen voor het bouwen van deze bruggen leggen een sterke focus op de betekenis die ze kunnen hebben in hun directe omgeving. Ze zijn veel meer dan een kanaaloversteek, maar bieden levendige en meervoudige publieke ruimtes, die kunnen functioneren als hefboom voor stedelijke, recreatieve of landschappelijke ontwikkeling.