Leertraject

Het concept ‘Klimaatwijken’ vertrekt vanuit de hypothese dat de reconversie op wijkschaal, met aandacht voor een meer collectieve, gebiedsgerichte en geïntegreerde aanpak, een schaalvoordeel én een opportuniteit biedt om verschillende uitdagingen op vlak van energie, klimaat en ruimte aan elkaar te koppelen.

 De schaal van de wijk vormt een tussenschaal waarop de wisselwerking tussen energieverbruik, mobiliteit, bebouwingsstructuur, ruimtegebruik, waterbeheer, materiaalverbruik en biodiversiteit via ontwerp ook onderzocht en verbeeld kan worden. Een schaal die bevattelijk is en voldoende concreet om ook het gesprek met bewoners aan te gaan. Het is als het ware de grootst denkbare projectschaal waarop je ook operationeel aan de slag kan. Op dat schaalniveau bestaan echter nog maar weinig instrumenten en sturingsmechanismen met betrekking tot de reconversie van onze gebouwde omgeving. Bovendien zorgt de versnipperde eigendomsstructuur in Vlaanderen ervoor dat die collectieve, gebiedsgerichte en geïntegreerde aanpak niet evident in een businessmodel te gieten valt. 

Nochtans zijn heel wat klimaat- en energiedeskundigen, architecten en stedenbouwkundigen ervan overtuigd dat zo’n wijkgerichte aanpak de weg vooruit is: die kan schaalvoordelen opleveren op financieel, technisch en energetisch niveau; laat toe om strategieën ruimtelijk te differentiëren, op maat van de wijk en het stedelijk weefsel; én biedt de mogelijkheid om in te zetten op koppelkansen tussen verschillende opgaven. Bovendien zijn er ook heel wat andere, Europees ondersteunde initiatieven, zoals de Positive Energy Districts, die op die wijkschaal inzetten. Al deze initiatieven dragen bij tot het besef dat louter techn(olog)ische ingrepen niet zullen volstaan om de klimaat- en energietransitie te realiseren, en dat een geïntegreerde, ruimtelijke bril nodig is om die complexe maatschappelijke opgave het hoofd te bieden.

Het leertraject Klimaatwijken had als doel om door middel van een projectoproep aan lokale besturen in drie wijken te testen in welke mate de hypothese standhoudt dat een collectieve, gebiedsgerichte en geïntegreerde aanpak maatschappelijke voordelen oplevert, en in beeld te brengen hoe die transitie dan vorm kan krijgen. Uit de kandidaturen voor de projectoproep werden drie steden, Leuven, Mechelen en Kortrijk, met elk een project voor een klimaatwijk, gekozen en voor elk van de projecten werd een multidisciplinair ontwerp- en onderzoeksteam aangesteld. 

De drie gekozen wijken kunnen fungeren als inspirerende en vernieuwende voorbeelden. Het traject was opgevat als ‘learning by doing’: het onderzoeken van de concrete wijken en het betrekken van de juiste actoren vormde een waardevol leerproces, dat toelaat om de drempels – in beleid of uitvoering – te detecteren en waar nodig bij te sturen om ook de reguliere werking te verbeteren.   

In een overkoepelend leertraject gingen de drie steden en de drie onderzoeksteams ook met elkaar en een aantal experts in interactie.  De kwaliteitskamer Klimaatwijken, een begeleidend en overkoepelend orgaan, zorgde in het onderzoekstraject voor uitwisseling en kennisopbouw tussen de drie Vlaamse partners, de drie steden, de drie onderzoeksteams, VVSG en het Kenniscentrum Vlaamse Steden en de externe experts Han Vandevyvere en Michiel Dehaene.  

Veeleer dan het realiseren van drie projecten was het de opzet van dit leertraject om lessen voor beleid, praktijk en verder onderzoek te formuleren. De reconversie van onze wijken is een urgent maatschappelijk vraagstuk, dat echter nog onvoldoende weerklank vindt in beleid en in de reguliere bouw- en ontwerppraktijk.