De residentiële zorg voor personen met een handicap als gangmaker voor inclusie Smaakmaker over het doctoraatsonderzoek van Vanessa Dermaut

Wonen in een voorziening en inclusie hoeven geen tegenstellingen te zijn. Een sociaal-ruimtelijk perspectief kan dienst doen als hefboom voor het realiseren van een inclusieve woongemeenschap waar ook de meest kwetsbare burgers erbij horen. Inkijk in het doctoraatsonderzoek van Vanessa Dermaut.

Het begon met Perspectief 2020, de conceptnota van minister Vandeurzen, toenmalig Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Het beleid zette sindsdien in op de vermaatschappelijking van de zorg, en de implementatie van een systeem van persoonsvolgende financiering. Hierbij worden personen met een handicap in eerste instantie gezien als consumenten van zorg en ondersteuning, die hun wensen en behoeften helder kunnen inschatten en formuleren, hun rechten kunnen claimen, zelf zorg en ondersteuning kunnen inkopen en managen. De persoonsvolgende financiering werd daarbij gezien als een hefboom om de vermaatschappelijking van de zorg te realiseren.

Deze ingrijpende hervorming, gestoeld op het VN Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, deed al heel wat inkt vloeien omwille van de uitdagingen bij de implementatie van het beleid.

Het doctoraatsonderzoek van Vanessa Dermaut “De residentie als gangmaker naar inclusie? Een sociaal-ruimtelijk perspectief als hefboom in de zorg en ondersteuning voor personen met een handicap” gaat dieper in op deze kwestie, in de samenwerking met haar promotorenteam Griet Roets en Stijn Vandevelde. Zo ging Vanessa met deze uitdagingen aan de slag in ’t Venster, een kleinschalige voorziening die midden in een woonwijk is gelegen in Emelgem. De burgers met wie ‘t Venster samenwerkt, zijn volwassenen met een complexe en intensieve ondersteuningsnood, die 24/7 zorg en ondersteuning nodig hebben en in een woonvoorziening verblijven. Zij kunnen niet zomaar aan de maatschappelijke verwachtingen van zelfregie voldoen. Zij hebben ook niet altijd een sociaal netwerk dat voor hun rechten kan opkomen. Ongewild blijven zij uitgesloten van de inclusiegedachte.

“Voor ons was dat dé reden om op zoek te gaan naar strategieën om werk te maken van inclusie en vermaatschappelijking vanuit de residentiële zorg.”