Heist-op-den-Berg - Woonzorgcentrum

Het lokale bestuur van Heist-op-den-Berg en de welzijnsvereniging De Zilveren Zwaan willen op de OCMW-site en de Vlinderparking een levendige en duurzame welzijnscampus realiseren met een maximale aansluiting met de buurt en de omgeving en een laagdrempelige ontmoetingsplaats voor jong en oud. De eerste belangrijke realisatie binnen de langetermijnvisie voor de welzijnscampus betreft de landschappelijke inpassing en de bouw van een woonzorgcentrum op de site van de Vlinderparking. De opdrachtgever(s) voorzien hiervoor 16,5 miljoen euro (excl. btw en erelonen).

De site is gelegen op de ruggengraat van het kleinstedelijk gebied, en wel op het centrale scharnierpunt. Zowel het station als het centrum liggen op wandel- of fietsafstand. Doel is om, complementair aan het lineaire, stedelijke en commerciële weefsel langs de Bergstraat, een trage weg toe te voegen. Deze verbinding laat toe de Bergstraat te verbinden met het achterliggende woonweefsel. Ze kan tevens fungeren als drager van een groen en blauw netwerk voor voetgangers en fietsers.

Het nieuwe woonzorgcentrum met minstens 90 ‘kamers’ wordt een eerste belangrijke realisatie in de nieuwe publieke ruimte die de Stationsstraat met de Keverstraat zal verbinden. Het woonzorgcentrum wordt de uitvalsbasis voor publieke diensten zoals een lokaal dienstencentrum, het Huis van het Kind en team Thuiszorg. Dit laatste ondersteunt het zelfstandig wonen van ouderen in hun eigen woonst. De Welzijnscampus kadert binnen een zorgstrategische visie met een integrale aanpak, waarbij thuiszorg en residentiële zorg naadloos in elkaar overvloeien. Het integreren van deze (zorg)functies in één gebouw schept kansen, maar vergt ook een delicate balans tussen enerzijds vlotte toegankelijkheid en anderzijds rust en privacy.

De relatie van het woonzorgcentrum met zijn buitenomgeving vormt een belangrijk aandachtspunt: een brasserie met terras, polyvalente en modulaire ruimtes, veilige speelgelegenheden voor kinderen, een (moes)tuin voor bewoners, zit- en rustplekken, enz. De buitenomgeving zorgt voor de verbinding met de andere functies op de site en voor verwevenheid tussen zorg en buurt, tussen centrum en rand.  

De ambities voor het nieuwe woonzorgcentrum, verankerd in het zorgstrategisch plan, zijn hoog. Er wordt gewerkt volgens de principes van kleinschalig genormaliseerd wonen (wonen in kleinere leefgroepen), waarbij wordt ingezet op huiselijkheid, autonomie, geborgenheid en ontmoeting. Het concept voor het woonzorgcentrum dient efficiënt, flexibel en aanpasbaar te zijn om in te spelen op nieuwe behoeften, zoals het koppelen van kamers of het creëren van ruimere lokalen voor alternatieve functies. Verder dient het ontwerpteam rekening te houden met de principes van duurzaam bouwen, wat tot uiting komt in een energie- en onderhoudsvriendelijke benadering, een hoge leefkwaliteit en gebruiksvriendelijkheid. Het globale project moet een toonbeeld worden van toegankelijkheid, laagdrempeligheid, huiselijkheid, openheid en originaliteit.

Op de welzijnscampus wordt de publieke ruimte een belangrijke drager voor enerzijds het nieuwe woonzorgcentrum, en anderzijds de toekomstige ontwikkeling aan de Stationsstraat. De historisch waardevolle panden zullen in een volgende fase deel worden van een publieke en sociale site die de toegangspoort zal vormen naar de toekomstige trage weg en het woonzorgcentrum. Een visie voor deze toegangspoort maakt deel uit van de opdracht. Mogelijke aanvullende functies zoals dagopvang, kortverblijf, … en/of functies die inspelen op lokale noden zoals een kinderdagverblijf of ruimte voor organisaties en verenigingen, worden onderzocht.  

De inrichting van de publieke ruimte is gericht op doorwaadbaarheid, spel en ontspanning, ontharding, vergroening, klimaatrobuustheid, … maar faciliteert ook multimodale bereikbaarheid (met de auto, de fiets, te voet of via openbaar vervoer).

Deze opdracht valt onder het decreet Kunst in Opdracht (1 maart 2019). De aanstelling van een kunstenaar zal deel uitmaken van een afzonderlijke procedure. Van de ontwerper wordt verwacht dat ze in overleg gaan met de kunstenaar en het nodige doen om zijn/haar werk te integreren in hun ontwerp