De Open Oproep herzien Open brief van de Vlaamse Bouwmeester

De Open Oproep, de procedure waarmee het Team Vlaams Bouwmeester al meer dan twintig jaar publieke opdrachtgevers aan de juiste ontwerpers helpt voor hun ruimtelijke projecten, is aan een herijking toe. Door de jaren heen is onder invloed van de maatschappelijke en economische context, een wijzigend juridisch kader en de visies van achtereenvolgende bouwmeesters ook de Open Oproep procedure geëvolueerd. Vandaag willen we de initiële doelstellingen van de Open Oproep opnieuw scherp stellen, als methodiek die alle kansen creëert voor een kwalitatief ontwerp en tegelijk een architectuurcultuur in Vlaanderen helpt ontwikkelen.

Met de herijking vestigen we de aandacht op het feit, dat de procedure niet enkel een ontwerpwedstrijd is maar een heus begeleidingstraject, bedoeld voor ambitieuze publieke opdrachtgevers die met een getalenteerd ontwerpteam een intense dialoog willen aangaan. En dit zowel voor kleine, strategische ruimtelijke ingrepen als voor grote projecten met internationale uitstraling.

Bij de herijking gingen we niet over één nacht ijs. Niet alleen konden we bogen op de kennis en ervaring die onze projectbegeleiders in de voorbije decennia hebben opgebouwd: we voerden ook intense gesprekken met publieke opdrachtgevers, ontwerpers en andere experten, over deelnemingsvoorwaarden, de vorm en inhoud van wedstrijdbundels, biedvergoedingen en erelonen, over participatiemethoden en circulair bouwen. De vernieuwde Open Oproep staat niet louter in het teken van een verhoogde ‘klantvriendelijkheid’: met het oog op architectuurkwaliteit durven we waar nodig ook tegen de stroom in te roeien, om bakens uit te zetten voor de volgende decennia.

Uiteraard blijven wij zweren bij een procedure in twee stappen: eerst een zo laagdrempelig mogelijke oproep en dan een doorselectie naar minstens vier kandidaten die een ontwerpvoorstel uitwerken. De kandidaten krijgen een biedvergoeding voor dat voorstel. Uit onze bevragingen is gebleken dat opdrachtgevers die vergoeding doorgaans te hoog vinden, en ontwerpers te laag. Beiden hebben gelijk. Waar we in de nieuwe procedure naar streven is dat er in offertefase minder werk wordt gevraagd van de ontwerpers. Geselecteerde ontwerpteams moeten een ontwerpvisie voorleggen, géén uitgewerkte plannen. Daar ligt voor ons de sleutel tot eerlijke vergoedingen. De werkwijze heeft nog andere voordelen. Ze zorgt ervoor dat de debatten in de gunningscommissie over de essentie gaan. We kunnen het dan hebben over de vertaling van de ambities van de opdrachtgever en de grote lijnen van de aanpak, veeleer dan over de details van de planoplossingen. Op die manier blijft er ook ruimte voor overleg met verschillende stakeholders en voortschrijdend inzicht, na de gunning. In de vernieuwde Open Oproep wordt overigens ook de rol van het Team Vlaams Bouwmeester bij dat vervolgoverleg geëxpliciteerd.

Onze pogingen om de procedure te optimaliseren wringen wel eens met de Europese aanbestedingsregels. Het huldigen van de algemene beginselen van de wetgeving overheidsopdrachten resulteert immers in de praktijk dikwijls in het opwerpen van hoge drempels voor de kandidaten die naar een ontwerpopdracht willen meedingen. Met het oog op rechtszekerheid worden daarbij liefst selectiecriteria gehanteerd die objectiveerbaar en kwantificeerbaar zijn, zoals omzet, referenties met hetzelfde programma, schaal of bouwkost. Het ontwerpend vermogen van de kandidaten wordt buiten beschouwing gelaten omdat dit als een eerder subjectief criterium geldt. Hierdoor krijgen goede ontwerpers die nog geen uitgebreid portfolio met gepaste referenties kunnen voorleggen, geen kansen om een overheidsopdracht uit te voeren, wat diversifiëring, verjonging en innovatie van het veld in de weg staat. Om kansen te geven aan jonge ontwerpers en ontwerpcapaciteit voorop te stellen, leggen wij in de selectie de lat laag en proberen wij in de doorselectie de opdrachtgever te overtuigen om niet enkel te peilen naar ervaring, maar ook en bovenal naar ontwerpcapaciteit. En dat is nu eenmaal niet hetzelfde. In de offertefase kunnen de geselecteerde kandidaten zich dan omringen met ervaren experten om de opdracht tot een goed einde te brengen.

We hadden met onze procedure ook kunnen inspelen op de steeds grotere hang naar zekerheid waar overheden blijk van geven. Vele publieke opdrachtgevers kiezen vandaag voor procedures waarbij via een verbintenisovereenkomst het ontwerp en de uitvoering van een bouwproject in één keer bij één partij besteld worden. De ervaring leert ons dat dit type procedure zelden de gewenste kwaliteit oplevert. Wij zweren daarom bij het principe dat je er, ongeacht de gekozen formule, altijd baat bij hebt om éérst via een afzonderlijk traject een degelijk ontwerpteam aan te stellen.

Ten slotte grijpen wij in onze herijking ook terug naar een werkwijze die van bij de eerste Open Oproep gangbaar was, maar met de jaren wat verwaterd is: de gezamenlijke presentatieronde. Die is nu expliciet voorzien in het nieuwe reglement. Dat kandidaten die deelnemen aan een Open Oproep elkaars presentaties aan de gunningscommissie kunnen bijwonen, beschouwen mijn team en ik als een belangrijke bijdrage aan de opbouw van een architectuurcultuur. Net als de ontsluiting van wedstrijdvoorstellen via de website van het Team Vlaams Bouwmeester, bevorderen die gedeelde presentatiemomenten de transparantie en kennisdeling. Op die manier geven we voeding aan het publieke debat over architectuurkwaliteit en maken we van de Open Oproep een betekenisvolle dialoog onder vakgenoten, geen platte concurrentiestrijd.

 

Erik Wieërs

Vlaams Bouwmeester