Pilootproject Zorg, De Korenbloem Kortrijk

©Tim Van de Velde

©Sergison Bates architects, Studio Jan Vermeulen i.s.m. Tom Thys architecten

Pilootproject Zorg, De Korenbloem Kortrijk

©Tim Van de Velde

Pilootproject Zorg, De Korenbloem Kortrijk

©Tim Van de Velde

©Tim Van de Velde

©Tim Van de Velde

©Tim Van de Velde

©Tim Van de Velde

Pilootproject Zorg, De Korenbloem Kortrijk

©Tim Van de Velde

©Tim Van de Velde

Pilootproject Zorg, De Korenbloem Kortrijk

©Tim Van de Velde

©Tim Van de Velde

©Tim Van de Velde

©Tim Van de Velde

©Sergison Bates architects

Pilootproject Zorg, De Korenbloem Kortrijk

©Tim Van de Velde

Pilootproject Zorg, De Korenbloem Kortrijk

©Tim Van de Velde

Pilootproject Zorg, De Korenbloem Kortrijk

©Tim Van de Velde

©Tim Van de Velde

©Tim Van de Velde

Pilootproject Zorg, De Korenbloem Kortrijk

©Tim Van de Velde

Pilootproject Zorg, De Korenbloem Kortrijk

©Tim Van de Velde

©Tim Van de Velde

©Tim Van de Velde

©Tim Van de Velde

©Tim Van de Velde

©Tim Van de Velde

©Studio Jan Vermeulen i.s.m. Tom Thys architecten

©Studio Jan Vermeulen i.s.m. Tom Thys architecten

©Tim Van de Velde

©Tim Van de Velde

©Tim Van de Velde

©Tim Van de Velde

Pilootproject Zorg, De Korenbloem Kortrijk

ontwerp Studio Thys Vermeulen

Pilootproject Zorg, De Korenbloem Kortrijk

ontwerp Studio Thys Vermeulen

PPZ3 - Kortrijk - Realisatie reconversie en erfgoed als zorgdragers

De Korenbloem is gelegen in een volkse Kortrijkse wijk, in de schaduw van de indrukwekkende neogotische Sint-Janskerk. In het kader van de Pilootprojecten Onzichtbare Zorg kon het woonzorgcentrum uitbreiden met zo’n negentig woongelegenheden, twee centra voor dagverzorging en een lokaal dienstencentrum. Het project zet de toon voor een nieuwe generatie van ouderenzorg die de focus legt op goed wonen.

 

`Een niet onaardig weetje: op deze plek, net buiten de vroegere middeleeuwse stadsomwalling, werd in 1302 de Guldensporenslag uitgevochten. De plek heeft ook een lange traditie in de zorg. De illustere dokter-chirurg en Kortrijkzaan Emiel Lauwers (1858-1921) stichtte er een privaat ziekenhuis, dat na zijn dood overgenomen werd door zijn zoon en kleinzoon. Vanaf 1979 kreeg de plek een nieuwe bestemming als ‘Rustoord dr. Emiel Lauwers’. De instelling veranderde later haar naam tot ‘De Koren­bloem Woon en Zorg vzw’. De relicten van het zorgverleden zijn vandaag nog zichtbaar in de historische parktuin van de dokter, meer in het bijzonder in twee dokterswoningen: het negentiende-­eeuwse, neoclassicistische ‘Villa Landhuis’ en ‘Villa Portiek’, een woning uit het interbellum. We zijn meteen beland bij een van de drie vragen die dit pilootproject zich bij aanvang had gesteld: hoe kan je erfgoed integreren in de zorg? De tweede vraag: hoe kan je het woonzorgcentrum en de erg volkse buurt maximaal op elkaar betrekken? De derde vraag: hoe kan je woningen bouwen voor mensen met dementie, of nog specifieker, voor de doelgroep van mensen met jongdementie? 

 

Het uitgangspunt van de architecten zou intussen vanzelfsprekend moeten klinken: “We bouwen geen zorginstelling, maar goede woningen.” Toen architect Jan Vermeulen (Studio Jan Vermeulen) bij aanvang van het pilootproject een team samenstelde, koos hij ervoor om samen te werken met Sergison Bates architects. Studio Jan Vermeulen (i.s.m. Tom Thys Archi­tecten) ontwierp de zogenaamde ‘Pergola’ en renoveerde ‘Villa Landhuis’. Sergison Bates architects nam ‘Het Portiek’ en de aanpalende interbellum-villa voor zijn rekening. Over die samen­werking zegt Vermeulen het volgende: “We brachten divers­iteit in het team, omdat we geloven dat meerdere ideeën en signaturen bijdragen aan het afbreken van het beeld van het institutionele. We wilden de gebouwen elk hun eigenheid geven, zodat ze gemakkelijker in de buurt geabsorbeerd worden.”

Een gang met 38 kamers, met de beste wil van de wereld, dat is op het vlak van wonen en leven moeilijk te verdedigen. Zoiets zouden we vandaag niet meer mogen bouwen.

Kristof Claeys, algemeen directeur De Korenbloem vzw

Het Portiek, wonen voor mensen met jongdementie

De beschikbare ruimte voor de bouw van Het Portiek was beperkt, zodat de architecten wel in de hoogte moesten bouwen en er per verdieping ruimte is voor leefgroepen tot tien personen. Het Portiek richt zich tot de heel specifieke doelgroep van mensen met jongdementie. Mensen met jongdementie vragen om een andere aanpak dan oudere mensen met dementie. Ze zijn veel mobieler, actiever en fitter, ze hebben nood aan grotere
ruimtes om te wonen, je moet er een ander soort van activiteiten voor organiseren. Ze willen zich nuttig maken, sporten, zwemmen, naar een concert gaan, een fietstocht maken. Mensen met jongdementie hebben vaak nog studerende kinderen of een partner die gaat werken. Dat alles vraagt om een aangepaste dienstverlening en een meer individuele begeleiding, wat zich ook vertaald heeft in de architectuur. 

De moeilijkste uitdaging voor mensen met jongdementie is de desoriëntatie in tijd, ruimte en identiteit, veroorzaakt door het geheugenverlies. Daarom is het belangrijk om vertrouwde relaties met objecten, routines en ruimtes te versterken, zodat het gevoel van een ‘thuis’ kan ontstaan in een omgeving die groot genoeg is om de bewoners te blijven stimuleren tot (sociale) interactie. Om dit te realiseren schoven de architecten het concept van de ‘kleine werelden’ naar voren: “De wereld van personen met jongdementie bestaat uit een aaneenschakeling van kleine werelden. Het ontwerp moet zorg dragen voor het detail, overzichtelijke routes en herkenbare plekken die de bewoners zich kunnen toe-eigenen.” 

In Het Portiek zijn de individuele kamers groter gemaakt dan gebruikelijk in een woonzorgcentrum en is veel aandacht besteed aan de gemeenschappelijke leefruimtes, die erg huiselijk vormgegeven zijn. Voor de indeling van de gemeenschappelijke leefruimtes lieten de architecten zich inspireren door de enfilade-structuur van de villa. Net zoals in de villa zijn er in de woningen geen of nauwelijks gangen, maar enkel een opeenvolging van kamers en nissen. Op die manier beschikken de bewoners over een diversiteit aan plekken, sommige geschikt voor activiteiten in groep, met daarnaast rustigere plekken om zich terug te trekken.

De benedenverdieping van het nieuwe gebouw biedt plaats aan een centrum voor dagverzorging voor personen met jongdementie. Mensen kunnen hier hun dementerende partner af­zetten als ze gaan werken. Als ze eens naar een concert of

met vakantie willen gaan, kan hun partner terecht in het kort­verblijf. Doordat de dagopvang en de woningen zich in hetzelfde gebouw bevinden, kunnen de bewoners overdag aansluiten bij de groep die naar de dagopvang komt en meedoen met de activiteiten of dag­uitstappen. Op de bovenste verdie­ping zijn er flats voorzien waar mensen met jongdementie kunnen blijven samenwonen met hun partner. De partner kan zijn of haar activiteiten blijven uitoefenen, terwijl de persoon met dementie in een beschermde omgeving woont. De interbellum-villa is gerestaureerd en omgevormd tot een lokaal dienstencentrum. De villa is voortaan de uitnodigende toegangspoort tot de zorgvoorziening. Dankzij een rechtstreekse verbinding tussen de nieuwbouw en de villa kunnen de genereuze ruimtes van de villa ook gebruikt worden door de bewoners en komen ze in contact met bezoekers en de buurt. 

Ook de parktuin speelt een belangrijke rol in de belevings­wereld van de bewoners. Hij wordt opgevat als een belevingstuin die geborgenheid biedt. Tegelijkertijd vormt het park ook een sleutel voor de verweving met de buurt. Het is echter moeilijk tot onmogelijk om de tuin zonder meer publiek toegankelijk te maken. Hij maakt immers deel uit van de ‘kleine werelden’ van de bewoners en moet dus voldoende beschutting en bescherming bieden. Toch is de tuin op gezette tijden een plek van uitwisseling en ontmoeting, onder meer door een gedeeltelijk gebruik door het lokaal verenigingsleven en sociale partners of door georganiseerde ontmoetingen met scholen uit de buurt. 

De Pergola, ‘dementieproof wonen’

De tweede nieuwbouw, ‘De Pergola’, ontworpen door Studio Jan Vermeulen, is een langgerekt gebouw van drie verdiepingen hoog, waar op elke verdieping twee leefgroepen voor acht tot tien bewoners zijn ondergebracht. Ook hier is het wonen veel kleinschaliger dan gebruikelijk georganiseerd, maar dankzij de horizontale nevenschikking kan de deur tussen twee leefgroepen op rustige momenten opengezet worden, wat een aanzienlijke bijdrage levert aan de efficiëntie van de zorg. Hoewel deze woningen in de eerste plaats bestemd zijn voor ouderenzorg, zijn ze toch ‘dementieproof’ gemaakt. Dat wil zeggen: geen lange gangen (die alleen maar vluchtgedrag uitlokken), maar een veelheid aan aangename plekken en geborgen nissen, waar de bewoners kunnen rondlopen of rust vinden. De leefgroepen zijn vormgegeven als een ‘huis’ waarin een netwerk van ‘kleine plekken’ de belevingswereld van de bewoners vergroot.

De architecten renoveerden de aanpalende Villa Landhuis en brachten er een centrum voor dagverzorging in onder. Net zoals bij Het Portiek zijn ook hier villa en nieuwbouw met elkaar verbonden door een tussenkamer. En net zoals bij Het Portiek verwijst ook hier de architectuur van de nieuwbouw uitdrukkelijk naar de vormentaal van het beschermde erfgoed. Het neoclassi­cistische idioom keert terug in de vormgeving en kleur van de gevel, en de grote terras- of pergolastructuur verwijst naar de ‘veranda’ van de villa. 

Kleinschalig wonen en leven

In De Korenbloem staan twee generaties woonzorggebouwen naast elkaar: enerzijds Het Portiek en De Pergola, die resoluut inzetten op kleinschalig wonen, en anderzijds het (nog maar nauwelijks) dertig jaar oude gebouw, De Lauwer genaamd, met zijn typische ‘ziekenhuisarchitectuur’ met lange gangen die telkens zo’n dertig kamers bedienen. Je zou kunnen stellen dat het oudere model vertrekt vanuit het idee om de zorg zo efficiënt mogelijk te organiseren, terwijl het nieuwe model vertrekt vanuit de kwaliteit van het wonen. Volgens Kristof Claeys, directeur van De Korenbloem, gaat deze tegenstelling echter niet helemaal op. Volgens hem begint goede zorg met goed wonen, en goed wonen is alleen maar mogelijk als het kleinschalig georganiseerd is. Vandaar ook dat in De Lauwer de leefgroepen van dertig kamers opgesplitst zijn in twee leefgroepen. Volgens Claeys zijn leefgroepen van om en bij de tien mensen (die geschakeld kunnen worden aan een andere leefgroep, zoals in De Pergola) ideaal. Inzetten op goed wonen is niet alleen beter voor de bewoners, aldus Claeys, maar ook beter voor de zorg. Volgens hem is het niet per se duurder of moeilijker te organiseren. “De voorwaarde is wel dat je de kleinschaligheid grootschalig kan organiseren.” 

Kleinschalig zorgwonen vergt wel een andere werking en dus ook een andere personeelsinzet. En dat blijkt – net zoals trouwens in Klein  Veldekens in Geel – een heikel punt. De stroeve regels voor personeelsinzet staan een vernieuwende werking in de weg. Claeys lost dit op door – naar eigen zeggen – ‘creatief’ om te springen met de personeelsinzet. In De Korenbloem vertaalt zich dat in een veel vrijere omgang met de bewoners, waarbij de verschillende personeelsprofielen (verplegers, zorgkundigen, logistieke medewerkers, enzovoort) geregeld uit hun rol vallen. Het zijn in essentie allemaal ‘woonbegeleiders’. Het contact met de bewoners is veel persoonlijker en betrokken, en op die manier vindt het personeel ook meer voldoening in het werk. 

PPZ3 - Kortrijk - Realisatie reconversie en erfgoed als zorgdragers De Korenbloem VZW

Locatie

Pieter De Conincklaan 12, 8500 Kortrijk

Bouwheer

De Korenbloem vzw

Ontwerpers
  • Het Portiek en renovatie Villa Portiek: Sergison Bates architects
  • De Pergola en renovatie Het Landhuis: Studio Jan Vermeulen i.s.m. Tom Thys architecten
Publicatie Pilootprojecten Zorg
Programma

Programma 'het portiek'

  • Vier groepswoningen (één voor negen en drie voor tien jonge personen met dementie)
  • drie mantelzorgflats
  • twee zorgstudio’s
  • doorloophuis met dagverzorging voor mensen met jongdementie
  • kenniscentrum
  • wijk- en buurtwerking
  • lokaal dienstencentrum

Programma 'de pergola'

  • Vier groepswoningen voor tien gebruikers (twee woningen en twee mantelzorgflats per niveau) met somatische zorg
  • zes mantelzorgflats
  • dagverzorging voor mensen met dementie
  • ontmoetingsruimte voor somatische bewoners
Ontwerpend onderzoek

Studio Jan Vermeulen-Sergison Bates-Tom Thys Architecten
PPZ 03 SJV

SNCDA
PPZ 03 SNCDA

BEL Architecten
PPZ 03 BEL

 

Projectfiche ontwerp