PPZ2 - Dilbeek - Sociaal ondernemen in de zorg

Hoe kan je als private investeerder of ontwikkelaar infor­me­le zorg maximaal inbedden in je stadsproject?
Die vraag is het uitgangspunt van het Bijgaardenhof in Dilbeek. Het project bewijst dat je geen zorgvoorzieningen nodig hebt om zorg te integreren in een woonproject. 

Ondernemer Peter De Meuter runde decennialang een distribu­tiebedrijf voor de horeca in het centrum van Groot-Bijgaarden, een deelgemeente van Dilbeek. Toen hij met zijn bedrijf wegtrok naar een grotere en meer geschikte locatie, vatte De Meuter het plan op om op zijn gronden in het dorpscentrum een oude droom te realiseren: het tot stand brengen van een innovatieve, ‘onzichtbare’ zorgomgeving die niet de zorg maar het wonen centraal stelt. Het project zou onder meer een activiteiten­centrum, assistentiewoningen en groepswoningen voor senioren en mensen met een beperking bevatten. Het project richtte zich echter niet exclusief op zorgbehoevenden, maar moest ook plaats bieden aan een uitgebreid woonprogramma en sociale en commerciële activiteiten. De Meuter wilde een intergenerationeel publiek aantrekken, zodat ouderen, jongeren, jonge gezinnen met kinderen en personen met een beperking elkaar kunnen bijstaan in het voorzien van de nodige zorg. Alle wonin­gen, ook de ‘reguliere’ woningen, moesten bovendien ‘levensloopbestendig’ zijn. In plaats van de inrichting voor zorg­behoevenden als iets uitzonderlijks te beschouwen, zou ze als vanzelfsprekend voorzien worden en van bij aanvang vormgegeven in alle woningen op de site.

Die droom was deels ingegeven door krachtige persoonlijke motieven. In de eerste plaats wilde De Meuter iets teruggeven aan de dorpsgemeenschap, waar hij 25 jaar lang voor overlast had gezorgd met zijn vrachtwagens die elke dag opnieuw door het dorpscentrum bolderden. Daarnaast heeft De Meuter een zoon met een visuele beperking, die vaak aangewezen is op de informele zorg van buren en vrienden. De Meuter zei hierover in 2012: “Onze zoon is visueel gehandicapt. Hij heeft soms nood aan mensen die hem helpen. Als hij op een ochtend zijn gele sokken niet vindt, zal de buurvrouw wel even zoeken. Als de buurvrouw met haar rolstoel naar de slager moet, dan zal hij wel even duwen. Wanneer we een beetje zorgzaam zijn voor onze buren, kunnen we allemaal langer thuis blijven wonen en een aangename woonsfeer creëren.” De Meuter verwijst naar het idee van het dorp als een gemeenschap waarin de zorg voor elkaar vanzelfsprekend en wederzijds ingebed is: “Ik ben opgegroeid in Ternat. Dat was in die tijd nog een dorp, met een klein gemeentehuis, een school en een dorpsplein. Iedereen kende iedereen. Dat is vandaag verdwenen. Buren kennen elkaar niet meer. We zorgen niet meer voor elkaar.”

Door een plek te bouwen waar ontmoetingen mogelijk zijn, waar grenzen tussen groepen bewust of onbewust vervagen, waar intimiteit en openheid hand in hand gaan, waar de zorgbehoefte niet wordt afgezonderd maar geïntegreerd, is er heel veel mogelijk.

Tom Lagast, SPACE-LAB.be

Dorp 2.0

Het traject van de Pilootprojecten Onzichtbare Zorg bracht De Meuter en archi­tectenbureau de vylder vinck taillieu samen om zijn ideeën ruimtelijk te vertalen. Op basis van de ambities van De Meuter ontwikkelde de vylder vinck taillieu het concept van het ‘Dorp 2.0’. Het achterliggende idee was om, via de vormentaal van het dorp, dus in de ruimtelijke constellatie zelf, de voorwaarden te scheppen opdat zorg dragen voor elkaar heel vanzelfsprekend kan plaatsvinden. De architecten pleitten evenwel niet voor een terugkeer naar een oud, romantisch idee van het dorp, maar schoeiden het archetype van het dorp op een meer hedendaagse leest: “We moeten niet de zorg opnieuw uitvinden om te innoveren in de zorg. De zorg is reeds daar. We moeten het dorp heruitvinden.”

Het project kende evenwel enkele drastische wendingen. De samenwerking tussen De Meuter en de vylder vinck taillieu werd beëindigd en de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en de Vlaamse Bouwmeester beslisten om de begeleiding als pilootproject stop te zetten. Het project zoals het vandaag voorligt, is een volledig woonproject, zonder formele zorgvoorzieningen. Hoewel het officieel geen ‘Pilootproject Onzichtbare Zorg’ meer is, heeft de opdrachtgever gedurende het hele traject zijn initiële ambities nooit laten varen en is het alsnog een toonaangevend voorbeeld van onzichtbare zorg.

Een nieuw masterplan

Vanaf 2015 bouwde Tom Lagast van Space-Lab.be voort op het ontwerpend onderzoek van de vylder vinck taillieu. Hij voerde de gesprekken met de gemeente en werkte een gedragen masterplan uit op basis waarvan een nieuw Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) kon worden opgemaakt. Vandaag is er een investeerder-ontwikkelaar (Imoya) aangetrokken, is de omgevingsvergunning verleend en kunnen de werken starten.  

Het masterplan voorziet een vrij dichte en, net zoals in een dorp, erg verscheiden bebouwing met verschillende typologieën en wisselende bouwhoogtes. Het woonaanbod is divers. Er zijn starterswoningen in de vorm van kleine begijn­hofwoningen, kleine gezinswoningen met een tuintje, assistentiewoningen, appartementen, lofts en een cohousingproject voor 55-plussers. Dankzij de mix van bouwtypologieën ontstaat een intergenerationele woonomgeving waar jonge mensen, gezinnen met kinderen, ouderen met een beperkte zorgvraag en mensen met een lichte beperking maximaal zelfstandig kunnen wonen en elkaar kunnen ontmoeten en bijstaan. Aanvullend is er ruimte voor kleinschalige basisvoorzieningen zoals een superette, een wassalon, een kinderopvang, een snackbar, een kapper of een buurtontmoetingsruimte. De bebouwing is georganiseerd langs voetgangersstraten die de site doorkruisen en verbinden met het omliggende dorpsweefsel, zodat de site ook – als een ‘dorp in een dorp’ – toegankelijk en doorwaadbaar is voor de omwonenden. De openingen, pleinen, steegjes en straten tussen de verschillende volumes hebben een steeds wisselende maat. Er ontstaan bijzondere plekken en onbestemde hoekjes, die de bewoners zich kunnen toe-­eigenen. Auto’s zijn hier slechts tijdelijke gasten waardoor de verblijfskwaliteit op de site stijgt en kinderen een veilige plaats krijgen om te ontdekken en te experimenteren.

Met dit ontwerp slagen de architecten erin een alternatief te formuleren voor de eenvormigheid en grootschaligheid die vaak gepaard gaan met een zorg/woonprogramma van dergelijke omvang en scheppen ze een ruimte waarin ook de vanzelf­sprekende, informele zorg kan worden gestimuleerd. Maar met architectuur alleen kom je er niet. Het project voorziet ook een (woon)coördinator die de interactie tussen de bewoners vorm geeft om de doelstelling van buurtgerichte en -gedragen hulp en ondersteuning effectief te realiseren. Of zoals Lagast opmerkt: “Dit soort samenleven bouw je niet met stenen alleen. Dit soort samenleven leg je ook niet op vanuit een organisatorische invalshoek. Een samen­leving, hoe klein ook, wordt immers in de eerste plaats door de mensen zelf gemaakt. We zijn er echter wel van overtuigd dat een doordachte inrichting en organisatie van de ruimte dit maatschappelijk model kan ondersteunen en versterken. Door een plek te bouwen waar ontmoetingen mogelijk zijn, waar grenzen tussen groepen bewust of onbewust vervagen, waar intimiteit en openheid hand in hand gaan, waar de zorgbehoefte niet wordt afgezonderd maar geïntegreerd, is er heel veel mogelijk.”

PPZ2 - Dilbeek - Sociaal ondernemen in de zorg CV Peka

Plaats

Bosstraat 7-13, 1702 Dilbeek

Bouwheer

Peter De Meuter, Peka NV

Ontwerpers
  • architecten de vylder vinck taillieu (ontwerpend onderzoek)
  • SPACE-LAB.be (masterplan)
  • OSK-AR architecten (architectuur)
Programma

Intergenerationele woonzone met ± 100 woningen, waaronder starterswoningen, gezinswoningen, assistentiewoningen, appartementen, lofts, cohousingproject voor 55-plussers, buurtvoor­zieningen

Publicatie
Ontwerpend onderzoek

De Vylder-Vinck-Taillieu, Tractebel engineering
DVVT

AGWA
AGWA

Frederic Vandoninck Wouter Willems architecten, MAAT ontwerpers, STAUT architecten, Bureau Bouwtechniek
FVWW