Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Realisatie Open Oproep 3101 © Michiel De Cleene

Laureaat: noAarchitecten

Pieter T' Jonck schreef voor A+ een artikel over het Steen. De geschiedenis, het ontwerpend onderzoek en de realisatie door noA architecten kwamen hierin aan bod:

Sommige gebouwen staan er al zo lang dat niemand nog beseft hoe ze daar ooit kwamen. Slechts weinigen weten bijvoorbeeld hoe het Steen in Antwerpen ooit alleen kwam te staan tussen de havenhangars. Pas toen noAarchitecten de burcht tot een bezoekerscentrum voor de stad en een cruiseterminal verbouwde, leek het vele Antwerpenaars te dagen dat de stad niet ’t Stad zou zijn zonder die burcht. Een storm van protest stak op. Toch schreef noA slechts verder aan een lange geschiedenis van verbouwingen. Ondertussen is het protest al lang gaan liggen. Het gebouw is zelfs op weg een geliefd rendez-vous te worden voor stadswandelingen.

De verbouwing van het Steen was in 2016 voorwerp van een Open Oproep. Veel voorstellen worstelden toen met de vraag hoe het nieuwe programma in het historisch zeer gelaagde monument in te passen viel. Het Steen ontstond immers niet in één keer. Het oudste deel dateert uit de 8ste eeuw, als versterking naast een poort in de stadsomwalling. Die vormt nog steeds de basis van de zuid- en westgevel van het Steen. Later trok men die muren hoger op in een lichtere natuursteen. In de 16de eeuw werd huis ‘De Mol’ bij de burcht betrokken. De stad groeide toen al zo sterk dat de stadsmuren afgebroken werden en de burcht veranderde in een gevangenis, en nog later een houtzagerij en een woonkazerne.

De 19de eeuw herwaardeerde deze stenen sta-in-de-weg echter, als getuige van een roemrijk verleden. Een restauratie rond 1860 herstelde het geheel naar een fictief beeld van hoe de burcht er ooit had kunnen uitzien. Een Museum voor Oudheidkunde kreeg er onderdak. Die waardering kwam net op tijd, want in 1877 trok men de Scheldekaaien recht voor de havenactiviteit. De wijk rondom de burcht ging toen tegen de vlakte. Plots stond de burcht geïsoleerd in de havenzone, als een vreemde eend in de bijt tussen hangars. Die verbraken aan weerszijden van het Steen de band tussen de stad en de stroom die haar welstand bracht. Dat wrong. Daarom legde de stad wandelterrassen aan boven op de hangars aan de waterkant. Maar ook voor die terrassen stond het Steen in de weg.

Architect Ferdinand Truyman bedacht in 1883 een elegante oplossing om Noorder- en Zuiderterras te verbinden en tegelijk het museum uit te breiden. Langs ‘De Mol’ voegde hij aan het Steen een vleugel in historiserende stijl toe. Vanaf de oude toegangspoort liet hij een hellingbaan met een wijde bocht omhooglopen, onder de nieuwe vleugel door, om dan aan te sluiten aan het Noorderterras. Het Zuiderterras, een paar honderd meter stroomopwaarts, kreeg net zo’n hellingbaan. De ruimte tussen die twee hellingbanen kreeg de naam ‘Steenplein’. De nieuwe vleugel van het Steen kreeg een parmantige, pseudomiddeleeuwse toren, de ‘Boekentoren’.

Truyman bemiddelde zo op een typisch 19de-eeuwse manier tussen vooruitgang en traditie. In het project van monumentenzorg wurmde zich immers een idee van stedenschoon die het toerisme van de 20ste eeuw aankondigde. Zijn die gerestaureerde burcht en het terras met zicht op de rivier immers geen perfecte toeristische infrastructuur? Helaas: de 20ste eeuw ontwikkelde zo’n afkeer van de architectuur van de 19de eeuw dat een deel van de vleugel van Truyman in de jaren 1950 plaats moest ruimen voor een fantasieloos pseudorenaissancegebouw, het Scheepvaartmuseum. Alleen de boekentoren en een stuk muur bleven behouden. De eenheid in het complex was daarmee ver zoek.

Die configuratie confronteerde de ontwerpers van de Open Oproep met vele dilemma’s. Wat te bewaren van de vleugel van de jaren 1950? Wat met die boekentoren, als deel van het ‘Monument’? Hoe integreer je de technologie van een terminal in oude muren? Bovendien bevindt het Steen zich pal in de nieuwe stormvloedkering van de Kaaien. Ook dat was een randvoorwaarde van belang.

Drie teams – Bogdan & Van Broeck – aNNo, Kempe Thill – Meer en Maat-Werk - Van Belle & Medina – losten het probleem van de terminal op door die geheel of gedeeltelijk buiten het gebouw, in de, eveneens beschermde, hangars onder te brengen. Ook het team Callebaut – FVWW nam zijn toevlucht tot een weliswaar bescheiden uitbreiding. Even divers was de benadering van de vleugel uit de jaren 1950. Terwijl de teams van Bogdan & Van Broeck – aNNo, Kempe Thill – Meer, en Callebaut – FVWW de constructie, zij het met soms drastische ingrepen, behielden, sneden noA en Maat-Werk – Van Belle & Medina dat deel weg. In de plaats voorzagen ze allebei een nieuw volume in baksteen dat verder schreef aan het palimpsest dat het gebouw is.

Het voorstel van noA sprong daarbij in het oog, alleen al omdat het bijna geen uitspraken deed over de ruime omgeving van het Steen, terwijl dat bijvoorbeeld bij Bogdan & Van Broeck – aNNo de echte inzet van het ontwerp leek. Dat was niet omdat ze daarover geen mening hadden, maar juist omdat ze de 19de-eeuwse aanleg van terrassen en burcht volmondig onderschrijven als een betekenisvolle historische laag. Ze bevestigden dat de burcht, sinds hij geïsoleerd kwam te staan, ook losgekomen was van zijn vanzelfsprekende, door traditie bepaalde, relatie tot de stad om uit te groeien tot symbool van ‘het verleden’ van de stad en zo ook deel van de ‘ervaring’ daarvan.

NoA behield dus alles uit die periode, maar sneed het volume uit de jaren 1950 tussen hellingbaan, wand van de boekentoren en gebouwen uit de 16de eeuw weg. In het ontstane gat plaatsten ze een nieuwe constructie van drie tot vier bouwlagen met vrijwel dezelfde footprint. Een slimme en pragmatische oplossing, want zo palmt het ontwerp op het niveau van de kade als vanzelf de zalen onder de hellingbaan in voor de terminal. Terwijl de nieuwe muren dicht blijven omwille van de waterkering, komt er langs die zalen en de trap naar de hogere etages toch daglicht binnen. Zonder ingewikkelde uitbreidingen schept het ontwerp zo ruimte voor een cruiseterminal op kadeniveau. Een luxueuze trap langs de funderingen van de verdwenen stadswallen voert vandaar direct naar het bezoekerscentrum ter hoogte van het Noorderterras, en dan verder naar de verbruiksruimte op de tweede etage en het belevingsparcours in de oudste gebouwdelen. Alle programmadelen sluiten zo op vanzelfsprekende manier op elkaar, op de kade en het Noorderterras aan...

Lees verder

Antwerpen OO3101

Volledige studieopdracht voor de ontwikkeling van Het Steen tot een toeristisch onthaal- en bezoekerscentrum.

Status project
Downloads

Lees het volledige artikel van Pieter T'Jonk in A+294